Toch wijzen Nederlanders ‘meer Europa’ per saldo niet af
Het draagvlak voor het Nederlandse lidmaatschap aan de EU kent een historisch dieptepunt. Slechts 57% van de Nederlanders verklaart zich momenteel sterk of enigszins voorstander. Nog nooit lag het draagvlak zo laag. Toch reageren Nederlanders pragmatisch op de Europese crisis. De groep die zich voorstander van meer bevoegdheden voor de EU verklaart om zo de financiële crisis te bestrijden, is groter (31%) dan de groep die minder bevoegdheden wenst (17%). Dat alles blijkt uit een politieke peiling uitgevoerd door TNS NIPO.
De eurocrisis laat diepe sporen achter, ook binnen de Nederlandse publieke opinie. Zelfs ten tijde van de vorige dip, in 2005 – het jaar dat Nederland de Europese Grondwet afwees – was de Nederlandse steun voor het EU-lidmaatschap groter dan nu (69% toen, 57% nu). De tegenstand is vooral bij de achterban van de PVV te vinden: slechts 27% verklaart zich momenteel voorstander van Nederland in de EU, maar liefst 63% is tegenstander. Al in mei 2010 was de balans bij de PVV-kiezer in negatieve richting omgeslagen (44% voor, 46% tegen). In mei 2009 was een krappe meerderheid van de PVV-achterban nog voor het Nederlandse lidmaatschap.
1 | Draagvlak voor lidmaatschap EU heeft deuk opgelopen
Bent u in zijn algemeen voor- of tegenstander van Nederland in de EU?
|
Aug 2005
|
Mei 2009
|
Mei 2010
|
Sept 2011
|
|
%
|
%
|
%
|
%
|
Sterk voor
|
30
|
35
|
24
|
16
|
Enigszins voor
|
39
|
38
|
52
|
41
|
Enigszins tegen
|
16
|
10
|
13
|
21
|
Sterk tegen
|
9
|
5
|
5
|
9
|
Weet niet / geen mening
|
7
|
13
|
7
|
13
|
Ondanks het afkalvende draagvlak voor het Nederlandse lidmaatschap van de EU reageren Nederlanders niet afwijzend op mogelijk grotere bevoegdheden voor de Europese Unie, met als doel de financiële crisis te bestrijden. Sterker: de groep Nederlanders die méér bevoegdheden wenst is groter (31%) dan de groep die minder bevoegdheden wenst (19%).
Alleen de achterban van de PVV en SP zijn per saldo eerder voorstander van minder bevoegdheden voor de Europese Unie. Een kwart (27%) wenst niet minder, maar ook niet meer bevoegdheden.
Kiezer nog duidelijker van mening dat EU teveel lidstaten heeft
Een groeiende meerderheid (60%, was 52% in 2010 en 39% in 2009) vindt dat er nu al te veel lidstaten zijn en 13% vindt dat het wel goed is zo. 16% weet het niet. Een slinkende minderheid (11%, was 18% in mei 2010 en 23% in mei 2009) wil dat er nog meer lidstaten dan de huidige 27 bijkomen. PVV-kiezers vonden in mei 2009 en mei 2010 al dat er nu al te veel lidstaten zijn, ze zijn die mening nu altijd even sterk toegedaan (77%). Ook bij de SP-achterban (71%) en VVD-achterban (72%) leeft de overtuiging dat er te veel lidstaten zijn. Daarnaast zijn twee op de drie Nederlanders (68%) van mening dat er een aparte eurozone moet komen voor financieel zwakke landen – een stelling die vooral de VVD-achterban stellig onderschrijft (82%).
VVD blijft grootste, maar voorsprong slinkt
Als er nu verkiezingen voor de Tweede Kamer zouden zijn, zou de VVD opnieuw als grootste uit de bus komen, maar de voorsprong slinkt. De liberalen zouden momenteel op 28 zetels kunnen rekenen. PVV (22 zetels), PvdA (21 zetels), SP (20 zetels) en CDA en D66 (beide 19 zetels) ontlopen elkaar weinig. GroenLinks (9 zetels) heeft de afgelopen maanden duidelijk terrein verloren.
Afnemend vertrouwen in kabinet
Het vertrouwen in het kabinet Rutte is de afgelopen maanden flink gekelderd: momenteel geeft 22% van de Nederlanders aan vertrouwen te hebben in de (gedoog)coalitie. Daarmee komt het vertrouwenspercentage in de buurt van de scores die het vierde kabinet Balkenende in haar nadagen behaalde. Vooral het vertrouwen van PVV-kiezers is fors geslonken: van 50% in februari naar 37% nu. Maar ook de CDA-kiezer is niet onverdeeld positief: 45% heeft weinig vertrouwen.
Een op de drie Nederlanders (32%) verwacht dat het kabinet de hele rit uitzit. Trefwoorden van kiezers die dit niet verwachten: ‘Europa’ en ‘onenigheid over de bezuinigingen’.
Jan Kees de Jager (6,7) en Mark Rutte (6,4) blijven de best scorende bewindslieden, Hans Hillen (4,9) wordt momenteel verreweg het slechtst gewaardeerd.
2 | Voorsprong VVD slinkt, PvdA op ruim verlies, SP en D66 op winst
|
|
TK 2010
|
4 okt ’10
|
25 okt ‘10
|
22 nov ’10
|
4 jan ’11
|
28 feb ‘11
|
26 apr ‘11
|
13 sept ‘11
|
VVD
|
31
|
31
|
33
|
38
|
36
|
36
|
31
|
28
|
PvdA
|
30
|
27
|
26
|
22
|
24
|
24
|
21
|
21
|
PVV
|
24
|
28
|
31
|
22
|
21
|
22
|
22
|
22
|
CDA
|
21
|
14
|
16
|
18
|
16
|
18
|
18
|
19
|
SP
|
15
|
15
|
14
|
15
|
15
|
16
|
19
|
20
|
D66
|
10
|
13
|
11
|
15
|
16
|
16
|
16
|
19
|
GL
|
10
|
11
|
11
|
12
|
14
|
9
|
12
|
9
|
CU
|
5
|
6
|
5
|
5
|
4
|
6
|
5
|
7
|
PvdD
|
2
|
2
|
1
|
2
|
2
|
1
|
3
|
2
|
SGP
|
2
|
3
|
2
|
1
|
2
|
2
|
3
|
2
|
50 Plus
|
-
|
-
|
-
|
-
|
-
|
-
|
-
|
1
|
Bij verspreiding of publicatie de bron TNS NIPO gebruiken
Voor meer informatie:
Peter Kanne
TNS NIPO
t. 020 522 5924
e peter.kanne@tns-nipo.com
Tim de Beer
TNS NIPO
t. 020 522 53 99
e. tim.de.beer@tns-nipo.com
Onderzoeksverantwoording
Onderzoeksnummer: D0534. Onderzoeksmethode: TNS NIPObase CAWI.
Aantal respondenten: aan het onderzoek werkten 834 Nederlanders van 18 jaar en ouder mee.
Veldwerkperiode: 9 t/m 12 september 2011
De steekproef is getrokken op basis van de ideaalcijfers voor geslacht, leeftijd, opleiding, gezinsgrootte, regio en politiek stemgedrag bij de verkiezingen voor de Tweede Kamer op 9 juni 2010.
De resultaten zijn herwogen op geslacht, leeftijd, opleiding, gezinsgrootte, politiek stemgedrag bij de verkiezingen voor de Tweede Kamer op 9 juni 2010 en regio.