Peiling TNS NIPO: Groei SP stagneert

Gepubliceerd: 01-08-2012

Als er ‘vandaag verkiezingen voor de Tweede Kamer zouden worden gehouden’, maken de SP en VVD nog altijd de meeste kans op de eindoverwinning. Hoewel de SP de afgelopen vier weken een stijgende lijn liet zien, zakt de partij nu twee zetels en komt op een totaal van 35 zetels uit. Voor de VVD blijft het zetelaantal ongewijzigd. Hiermee is het verschil teruggelopen van zes zetels tussen de nummer één en nummer twee vorige week, naar vier zetels deze week.
 
De ChristenUnie stijgt van zes vorige week, naar acht zetels deze week. Daarnaast zijn er kleine wijzigingen voor de PVV (groei van één zetel; nu 17) en de PvdA (één zetel minder; nu 18). Het CDA (15 zetels) blijft evenals GroenLinks (4 zetels) en de Partij voor de Dieren (2 zetels), staan op het zetelaantal van vorige week. Ook de SGP behoudt drie zetels net als 50 Plus die twee zetels blijft noteren. DPK (0,6%) en de Piratenpartij (0,2%) komen wederom stemmen te kort voor een zetel.

1 | Groei voor PVV en ChrstenUnie, SP verliest wat.
 
  TK 2010 30 mei ‘12 20 juni ‘12 26 juni
‘12
3 juli
‘12
10 juli  ‘12 17 juli  ‘12 24 juli ‘12 31 juli ‘12
VVD 31 29 32 34 32 31 32 31 31
PvdA 30 20 20 19 19 20 19 19 18
PVV 24 19 17 18 19 18 17 16 17
CDA 21 18 17 14 14 13 14 15 15
SP 15       29     32     30     31     34     36     37     35
D66 10       17     15     18     17     16     15     15     15
GL 10       6     5     5     4     3     4     4     4
CU 5       6     6     7     7     8     7     6     8
PvdD 2       2     2     2     2     2     2     2     2
SGP 2       2     2     2     3     3     3     3     3
50 Plus -       2     2     1     2     2     1     2     2
DPK -       0     0     0     0     0     0     0     0
PiratenPartij -       0     0     0     0     0     0     0     0
Overig 0       0     0     0     0     0     0     0     0

Iets minder kiezers zeker van stemkeuze
Van de kiezers die nu een voorkeur voor een partij aangeven (75% van de ondervraagden), weet 44% van de kiezers zeker dat ze op deze partij gaan stemmen. Nog eens 37% benoemt de huidige partijkeuze als zeer waarschijnlijk. Omgerekend naar alle kiesgerechtigden (dus inclusief degenen die nog geen voorkeur kunnen geven omdat ze nog niet weten welke partij ze gaan kiezen of niet gaan stemmen) kunnen we stellen dat nog altijd slechts een derde van alle kiezers is ‘geland’, dus zo goed als zeker is van de eigen voorkeur.



SP’ers steeds zekerder van een stem op de partij
Hoewel de SP de afgelopen periode een stijgende lijn liet zien, stagneert de groei deze week met een verlies van twee zetels. Echter, het percentage kiezers dat vast van plan is om op een partij te stemmen is onder SP-stemmers het grootst (57%), gevolgd door een harde kern kiezers die er zeker van zegt te zijn op de PVV te gaan stemmen (55%). GroenLinks-kiezers zijn opnieuw het minst zeker van hun partijkeuze: 24% zegt zeker te zijn van een stem op GroenLinks.
 
Motieven om te stemmen op een andere partij dan voorheen zijn divers. Echter, overeenkomstigheden zijn dat men Roemer blijft zien als een duidelijke en sympathieke politicus, men daadkracht zoekt bij de VVD en duidelijkheid en toekomstvisie bij D66. Tevens worden er uit onverwachte hoek switches naar een andere partij overwogen:
 
‘Omdat ik zeker wel wil stemmen en ik vind Roemer een sympathieke man met duidelijke taal. Hij komt over als een eerlijk mens en niet als een leugenachtige, voor de verkiezingen mooi pratende politicus’. (stemde in 2010 niet, twijfelde maar zou nu SP stemmen.)
 
‘De VVD heeft aangetoond een stuk daadkrachtiger te zijn. Niet dat oeverloze gediscussieer maar gewoon doen. Dat spreekt me nu meer aan dan de PvdA.'
(Stemde PvdA, zou nu VVD stemmen.)
 
‘De reden voor de verandering is de benadering van de zaken die NU nodig zijn. De ChristenUnie heeft daar wel een antwoord op.'
(stemde VVD, twijfelde, zou nu ChristenUnie stemmen.)
 
‘Ik ben bang dat mijn stem verloren gaat door het uiteenvallen van de partij’.
(stemde PVV, zou nu VVD stemmen.)
 
PvdA en GroenLinks verliezen kwart kiezers juni 2010 aan SP
Net als vorige week weten de grote partijen van tien Kamerzetels of meer het beste kiezers uit 2010 te behouden. Zo zou 68% van de SP-stemmers uit 2010 weer op dezelfde partij stemmen wat geldt voor 59% van de VVD kiezers. Ook D66-stemmers zijn met 64% trouw, hoewel 13% een overstap naar de VVD overweegt. GroenLinks stemmers hebben met 28% de minst trouwe groep kiezers. In plaats daarvan gaat een grote groep van 34% van de kiezers naar de SP. Vier op de tien (41%) van de PvdA kiezers is trouw aan de partij. Echter, een kwart (27%) geeft aan nu op de SP te gaan stemmen.
 
Tweede keuze; strategisch stemmen populair
Gevraagd naar de tweede voorkeur van de kiezer, scoren SP (12%), D66 (11%) en PvdA (11%) het beste. De VVD volgt met 9%, voor het CDA (8%), GroenLinks (6%), PVV (5%) en 50 Plus (5%). De SP wordt door kiezers van diverse partijen als tweede keuze overwogen: 25% van de PVV-kiezers, 16% van de GroenLinks-kiezers, 10% van de D66-kiezers, 9% van de ChristenUnie-kiezers, en zelfs 5% van de CDA- en VVD-kiezers. Maar verreweg het grootste potentieel ligt onveranderd bij de PvdA-kiezers: 43% van de PvdA-kiezers hebben de SP als tweede voorkeur. Omgekeerd geldt nog altijd dat circa een derde (30%) van de SP-kiezers – momenteel in absolute zin een groter aantal dan de 43% PvdA-kiezers die de SP als tweede keus heeft – de PvdA als tweede voorkeur noemt. De PvdA is daarnaast in beeld als tweede voorkeur voor 24% van de GroenLinks-kiezers en 14% van de D66-kiezers.

Als tweede voorkeur wordt de VVD genoemd door 29% van de CDA- en D66-kiezers en door 16% van de PVV-kiezers.
Voor de PVV is er alleen potentieel bij VVD-kiezers (11%) en SP-kiezers (7%). Het is omgekeerd opvallend dat de tweede voorkeur van PVV-stemmers voor de SP is gestegen naar 25% en de tweede voorkeur voor de VVD is gedaald naar 16%. Vorige week gaf nog een even grote groep van 21% van de PVV-kiezers de tweede voorkeur aan de SP en de VVD.
De D66-stemmers hebben vooral een tweede voorkeur voor de VVD (29%), de andere voorkeuren zijn voor linkse partijen, zoals GroenLinks (16%), PvdA (14%) en SP (10%). Omgekeerd is D66 de favoriete tweede voorkeur voor VVD-kiezers (26%).
Het CDA wordt door 42% van ChristenUnie-kiezers en 20% van de VVD-kiezers als tweede voorkeur genoemd (het aantal VVD-kiezers dat CDA als tweede keuze heeft is in absolute zin groter dan het aantal ChristenUnie-kiezers dat het CDA als tweede voorkeur heeft). Omgekeerd geven CDA-kiezers het meest de VVD als tweede voorkeur (29%) op, gevolgd met 19% voor de ChristenUnie en 15% voor D66.
 
Bij verspreiding of publicatie de bron TNS NIPO gebruiken.
Voor meer informatie:
 
Esther Grisnich
TNS NIPO
t. 020 522 59 78/ 06 52 33 20 32
e. esther.grisnich@tns-nipo.com
 
Henk Foekema
TNS NIPO
t. 020 522 54 72 / 06 53 15 40 03
e. henk.foekema@tns-nipo.com
 
Onderzoeksverantwoording
Onderzoeksnummer: D0542. Onderzoeksmethode: TNS NIPObase CAWI.
Aantal respondenten: aan het onderzoek werkten 1.532 Nederlanders (18+) mee.
 
Veldwerkperiode: 29 t/m 31 juli 2012 12.00 uur.
De steekproef is getrokken en gewogen op basis van de ideaalcijfers voor geslacht, leeftijd, opleiding, gezinsgrootte, regio, sociale klasse en politiek stemgedrag bij de verkiezingen voor de Tweede Kamer op 9 juni 2010.
 
We benadrukken dat we in deze zetelpeiling met steekproefmarges te maken hebben. Voor de grootste partijen (de SP, met 23,04%) is dat 2,1%. Dit komt overeen met (ruim) drie zetels meer of minder. In theorie bestaat er een (kleine) kans dat de VVD (20,14% van de stemmen) momenteel groter is.
TNS NIPO werkt met een zogeheten rolling panel: respondenten van het ene onderzoek worden voor een kwart aangevuld door nieuwe respondenten. Het voordeel van deze methode is dat veranderingen over langere tijd gezien met een kleinere steekproefmarge dan hierboven geschetst te kampen hebben.