Op woensdag 2 maart is het zover: Nederland gaat wederom naar de
stembus, dit keer om de samenstelling van de Provinciale Staten te
bepalen. De uitslag van deze verkiezingen wint aan belang, omdat deze
indirect ook de samenstelling van de Eerste Kamer bepaalt. Zowel de
coalitiepartijen bij monde van premier Rutte als de oppositiepartijen
hebben het belang van deze verkiezingen reeds benadrukt. Maar de animo
bij de Nederlandse kiezer is vooralsnog niet al te groot. Linkse
kiezers, die van GroenLinks in het bijzonder, zijn momenteel echter
bereidwilliger om op te komen dan de kiezers van de coalitiepartijen.
Het lijkt er om te gaan spannen of de coalitiepartijen een meerderheid
halen. Dit blijkt uit recent onderzoek van TNS NIPO.
De opkomst bij verkiezingen voor de Provinciale Staten lag de
afgelopen paar keer tussen de 45 en 50 procent. Op dit moment, zo'n twee
maanden voor de verkiezingen, zegt 42 procent van de Nederlanders
‘zeker wel’ te gaan stemmen.
Uiteraard ligt het voor de hand dat de opkomstintentie iets hoger zal
worden naarmate de verkiezingen naderen. Ter vergelijking: twee maanden
voor de gemeenteraadsverkiezingen op 3 maart 2010 (opkomst 54%) zei 47
procent zeker te gaan stemmen, twee maanden voor de verkiezingen voor
het Europees Parlement op 4 juni 2009 (opkomst 37%) zei 29 procent zeker
te gaan stemmen.
Verkiezingen leven nog niet echt
Verkiezingen voor de Provinciale Staten behoren tot de zogeheten
‘tweede orde’ verkiezingen. Deze verkiezingen leven minder
bij de Nederlanders dan de Tweede Kamer-verkiezingen. Toch leefden
andere ‘tweede orde’ verkiezingen, zoals de
gemeenteraadsverkiezingen en verkiezingen voor het Europees Parlement,
twee maanden voordat die verkiezingen plaatshadden méér.
Momenteel geeft 55% van de Nederlanders aan te weten dat de verkiezingen
voor de Provinciale Staten in maart plaatshebben, terwijl dat
toentertijd voor respectievelijk 67% (Europees Parlement) en 72%
(gemeenteraadsverkiezingen) gold.
Rechtse meerderheid of niet? Het wordt spannend
Het lijkt er om te gaan spannen of de coalitiepartijen een meerderheid
gaan halen of niet. Exact de helft (50%) van de Nederlanders die
momenteel al een partijvoorkeur heeft, geeft aan VVD (22%), PVV (16%) of
CDA (12%) te gaan stemmen. De PvdA krijgt van 16 procent de voorkeur,
SP, D66 en GroenLinks alle van 8 procent.
Maar er ligt nog veel open. Een op de zes kiezers (16%) geeft aan nog
niet te weten op welke partij hij gaat stemmen, een bijna even groot
deel (15%) geeft nu al aan niet te gaan stemmen.
Achterban linkse partijen vooralsnog meer gemobiliseerd dan achterban coalitie
De bekendheid met de verkiezingen en de opkomstintentie van
verschillende kiezersgroepen geven op 2 maart aanstaande wellicht de
doorslag. Op dit moment is de achterban van de oppositiepartijen PvdA
(73%) en GroenLinks (71%) het best op de hoogte van het feit dat de
verkiezingen in maart plaatshebben, terwijl de achterban van het CDA
(65%), VVD (60%) en vooral PVV (50%) daar voorlopig bij achter blijven.
Daarnaast is de achterban van de oppositie op dit moment vastbeslotener
om op te komen. Maar liefst 69 procent van de kiezers van GroenLinks op
9 juni 2010 zegt ‘zeker wel’ te gaan stemmen, terwijl ook
PvdA- en D66-kiezers (beide 62% ‘zeker wel’) relatief
vastberaden zijn. De achterban van de VVD (53%), CDA (50%) en PVV (34%)
blijft daar flink bij achter.
GroenLinks heeft beste vooruitzichten op winst ten opzichte van Kamerverkiezingen
Kijken we naar de individuele partijen, dan heeft GroenLinks momenteel
de beste papieren voor een goede uitslag in vergelijking met 9 juni
2010. Niet alleen is de achterban van GroenLinks goed op de hoogte van
het plaatshebben van de verkiezingen en daarnaast bereidwillig om op te
komen, maar deze partij herbergt ook het hoogste aandeel
‘trouwe’ kiezers: 75 procent zegt opnieuw GroenLinks te gaan
stemmen. De achterban van de PvdA (57%), D66 (55%) en SP (52%) is veel
minder zeker van hun zaak. De achterban van de VVD (66%), PVV (63%) en
CDA (58%) nemen een tussenpositie in.
Peiling Kamerverkiezingen: VVD handhaaft afgetekende koppositie
De afgelopen weken is er weinig veranderd in de virtuele zetelaantallen
van de partijen, mochten er nu Kamerverkiezingen zijn. De VVD handhaaft
met 36 zetels haar koppositie, op grote afstand gevolgd door PvdA (24),
PVV (21), CDA (16), D66 (16), SP (15) en GroenLinks (14). Wel opvallend
is dat de coalitiepartijen met de huidige stand van zaken geen
gezamenlijke meerderheid hebben (73 zetels).
1 | |
Afgetekende voorsprong VVD op PvdA en PVV |
|
TK 2010 |
4 oktober 2010 |
25 oktober 2010 |
22 november 2010 |
4 januari 2011 (t.o.v. uitslag 9 juni 2010) |
VVD |
31 |
31 |
33 |
38 |
36 (+5) |
PvdA |
30 |
27 |
26 |
22 |
24 (-6) |
PVV |
24 |
28 |
31 |
22 |
21 (-3) |
CDA |
21 |
14 |
16 |
18 |
16 (-5) |
SP |
15 |
15 |
14 |
15 |
15 (-) |
D66 |
10 |
13 |
11 |
15 |
16 (+6) |
GL |
10 |
11 |
11 |
12 |
14 (+4) |
CU |
5 |
6 |
5 |
5 |
4 (-1) |
PvdD |
2 |
2 |
1 |
2 |
2 (-) |
SGP |
2 |
3 |
2 |
1 |
2 (-) |
C0521 | TNS NIPObase CAWI | Het veldwerk vond plaats van 28
december 2010 t/m 3 januari 2011. Daarbij werden in totaal 1.093
personen van 18 jaar en ouder ondervraagd (n=1.093).
Bij publicatie of verspreiding de bron TNS NIPO vermelden. Voor
eventuele vragen kunt u contact opnemen met Peter Kanne (tel: 020 522 5924) of
Tim de Beer (tel: 020 522 5399).