Verkiezingen Provinciale Staten leven nog niet

Gepubliceerd: 07-01-2011

Op woensdag 2 maart is het zover: Nederland gaat wederom naar de stembus, dit keer om de samenstelling van de Provinciale Staten te bepalen. De uitslag van deze verkiezingen wint aan belang, omdat deze indirect ook de samenstelling van de Eerste Kamer bepaalt. Zowel de coalitiepartijen bij monde van premier Rutte als de oppositiepartijen hebben het belang van deze verkiezingen reeds benadrukt. Maar de animo bij de Nederlandse kiezer is vooralsnog niet al te groot. Linkse kiezers, die van GroenLinks in het bijzonder, zijn momenteel echter bereidwilliger om op te komen dan de kiezers van de coalitiepartijen. Het lijkt er om te gaan spannen of de coalitiepartijen een meerderheid halen. Dit blijkt uit recent onderzoek van TNS NIPO.

De opkomst bij verkiezingen voor de Provinciale Staten lag de afgelopen paar keer tussen de 45 en 50 procent. Op dit moment, zo'n twee maanden voor de verkiezingen, zegt 42 procent van de Nederlanders ‘zeker wel’ te gaan stemmen.
Uiteraard ligt het voor de hand dat de opkomstintentie iets hoger zal worden naarmate de verkiezingen naderen. Ter vergelijking: twee maanden voor de gemeenteraadsverkiezingen op 3 maart 2010 (opkomst 54%) zei 47 procent zeker te gaan stemmen, twee maanden voor de verkiezingen voor het Europees Parlement op 4 juni 2009 (opkomst 37%) zei 29 procent zeker te gaan stemmen.

Verkiezingen leven nog niet echt
Verkiezingen voor de Provinciale Staten behoren tot de zogeheten ‘tweede orde’ verkiezingen. Deze verkiezingen leven minder bij de Nederlanders dan de Tweede Kamer-verkiezingen. Toch leefden andere ‘tweede orde’ verkiezingen, zoals de gemeenteraadsverkiezingen en verkiezingen voor het Europees Parlement, twee maanden voordat die verkiezingen plaatshadden méér. Momenteel geeft 55% van de Nederlanders aan te weten dat de verkiezingen voor de Provinciale Staten in maart plaatshebben, terwijl dat toentertijd voor respectievelijk 67% (Europees Parlement) en 72% (gemeenteraadsverkiezingen) gold.

Rechtse meerderheid of niet? Het wordt spannend
Het lijkt er om te gaan spannen of de coalitiepartijen een meerderheid gaan halen of niet. Exact de helft (50%) van de Nederlanders die momenteel al een partijvoorkeur heeft, geeft aan VVD (22%), PVV (16%) of CDA (12%) te gaan stemmen. De PvdA krijgt van 16 procent de voorkeur, SP, D66 en GroenLinks alle van 8 procent.
Maar er ligt nog veel open. Een op de zes kiezers (16%) geeft aan nog niet te weten op welke partij hij gaat stemmen, een bijna even groot deel (15%) geeft nu al aan niet te gaan stemmen.

Achterban linkse partijen vooralsnog meer gemobiliseerd dan achterban coalitie
De bekendheid met de verkiezingen en de opkomstintentie van verschillende kiezersgroepen geven op 2 maart aanstaande wellicht de doorslag. Op dit moment is de achterban van de oppositiepartijen PvdA (73%) en GroenLinks (71%) het best op de hoogte van het feit dat de verkiezingen in maart plaatshebben, terwijl de achterban van het CDA (65%), VVD (60%) en vooral PVV (50%) daar voorlopig bij achter blijven. Daarnaast is de achterban van de oppositie op dit moment vastbeslotener om op te komen. Maar liefst 69 procent van de kiezers van GroenLinks op 9 juni 2010 zegt ‘zeker wel’ te gaan stemmen, terwijl ook PvdA- en D66-kiezers (beide 62% ‘zeker wel’) relatief vastberaden zijn. De achterban van de VVD (53%), CDA (50%) en PVV (34%) blijft daar flink bij achter.

GroenLinks heeft beste vooruitzichten op winst ten opzichte van Kamerverkiezingen
Kijken we naar de individuele partijen, dan heeft GroenLinks momenteel de beste papieren voor een goede uitslag in vergelijking met 9 juni 2010. Niet alleen is de achterban van GroenLinks goed op de hoogte van het plaatshebben van de verkiezingen en daarnaast bereidwillig om op te komen, maar deze partij herbergt ook het hoogste aandeel ‘trouwe’ kiezers: 75 procent zegt opnieuw GroenLinks te gaan stemmen. De achterban van de PvdA (57%), D66 (55%) en SP (52%) is veel minder zeker van hun zaak. De achterban van de VVD (66%), PVV (63%) en CDA (58%) nemen een tussenpositie in.

Peiling Kamerverkiezingen: VVD handhaaft afgetekende koppositie
De afgelopen weken is er weinig veranderd in de virtuele zetelaantallen van de partijen, mochten er nu Kamerverkiezingen zijn. De VVD handhaaft met 36 zetels haar koppositie, op grote afstand gevolgd door PvdA (24), PVV (21), CDA (16), D66 (16), SP (15) en GroenLinks (14). Wel opvallend is dat de coalitiepartijen met de huidige stand van zaken geen gezamenlijke meerderheid hebben (73 zetels).


1 | Afgetekende voorsprong VVD op PvdA en PVV

  TK 2010 4 oktober 2010 25 oktober 2010 22 november 2010 4 januari 2011 (t.o.v. uitslag 9 juni 2010)
VVD 31 31 33 38 36 (+5)
PvdA 30 27 26 22 24 (-6)
PVV 24 28 31 22 21 (-3)
CDA 21 14 16 18 16 (-5)
SP 15 15 14 15 15 (-)
D66 10 13 11 15 16 (+6)
GL 10 11 11 12 14 (+4)
CU 5 6 5 5 4 (-1)
PvdD 2 2 1 2 2 (-)
SGP 2 3 2 1 2 (-)


C0521 | TNS NIPObase CAWI | Het veldwerk vond plaats van 28 december 2010 t/m 3 januari 2011. Daarbij werden in totaal 1.093 personen van 18 jaar en ouder ondervraagd (n=1.093).

Bij publicatie of verspreiding de bron TNS NIPO vermelden. Voor eventuele vragen kunt u contact opnemen met Peter Kanne (tel: 020 522 5924) of Tim de Beer (tel: 020 522 5399).