Peiling TNS NIPO: SP handhaaft goede uitgangspositie

Gepubliceerd: 25-07-2012

Als er ‘vandaag verkiezingen voor de Tweede Kamer zouden worden gehouden’, maken de SP en VVD nog altijd de meeste kans op de eindoverwinning. Maar de SP lijkt in de peiling van 24 juli 2012 een duidelijk gaatje te hebben geslagen ten opzichte van de VVD. De SP zou nu 37 zetels halen, de VVD 31. Drie weken geleden bevonden beide partijen zich nog nagenoeg op dezelfde hoogte (VVD 32 zetels, SP 31 zetels).

 

De positie van PvdA (19 zetels), PVV (16 zetels), D66 (15 zetels) en CDA (15 zetels) verandert andermaal nauwelijks. De ChristenUnie laat 6 zetels noteren, GroenLinks zou 4 zetels halen en de SGP komt opnieuw op 3 zetels uit. De Partij voor de Dieren komt op twee zetels uit, net als 50 Plus. DPK (0,5%) en de Piratenpartij (0,2%) komen wederom te kort voor een zetel.

1 | SP handhaaft goede uitgangspositie

 

TK 2010

 30 mei ‘12

20 juni ‘12

26 juni

‘12

3 juli

‘12

10 juli ‘12

17 juli ‘12

24 juli ‘12

VVD

31

29

32

34

32

31

32

31

PvdA

30

20

20

19

19

20

19

19

PVV

24

19

17

18

19

18

17

16

CDA

21

18

17

14

14

13

14

15

SP

15

29

32

30

31

34

36

37

D66

10

17

15

18

17

16

15

15

GL

10

6

5

5

4

3

4

4

CU

5

6

6

7

7

8

7

6

PvdD

2

2

2

2

2

2

2

2

SGP

2

2

2

2

3

3

3

3

50 Plus

-

2

2

1

2

2

1

2

DPK

-

0

0

0

0

0

0

0

PiratenPartij

-

0

0

0

0

0

0

0

Overig

0

0

0

0

0

0

0

0

 

 

Nog slechts een op de drie kiezers ‘zeker’ van voorkeur

Van de kiezers die nu een voorkeur voor een bepaalde partij kunnen geven (73% van de ondervraagden), weet minder dan de helft van de kiezers (46%) zeker dat ze op deze partij gaan stemmen. Omgerekend naar alle kiesgerechtigden (dus inclusief degenen die nog geen voorkeur kunnen geven omdat ze nog niet weten welke partij dat zou moeten zijn of niet gaan stemmen) kunnen we stellen dat nog altijd slechts een derde van alle kiezers is ‘geland’, dus zo goed als zeker is van de eigen voorkeur.

 

Kiezers D66, GroenLinks ‘zweven’ het meest, kiezers PVV het minst

Hoewel de PVV de afgelopen weken een dalende lijn heeft ingezet (van 19 zetels op 3 juli naar 16 zetels op 24 juli), herbergt deze partij wel het hoogste aandeel ‘zekere’ stemmers (57%). Anders gesteld: het wordt duidelijk dat de PVV op een ‘harde’ kern kiezers van circa tien zetels kan rekenen. D66- en GroenLinks-kiezers zijn nog altijd het minst zeker van hun keuze: respectievelijk 30% en 24% zegt zeker van zijn of haar zaak te zijn.

 

‘Zwevend. Er zijn enkele partijen waar op ik zeker niet zal stemmen. En ook met de overige heb ik de nodige moeite. Ongeloofwaardigheid en soms totale onzin’ (stemde VVD, gaf vorige keer aan VVD te stemmen, zou nu D66 stemmen)

 

‘Eens wat meer van de sociale kant in plaats van alleen maar zakelijke bezuinigingen. Laat de banken eerst maar eens minder winst maken over onze rug’ (stemde VVD, gaf vorige keer aan PVV te stemmen, zou nu SP stemmen)

 

Enige twijfel blijft, maar ik wil graag dat mijn stem meetelt en dat ik bij de VVD vrij zeker ben dat we tegenwicht kunnen bieden tegen de combinatie SP/ PvdA’ (stemde niet, gaf vorige keer aan CDA te stemmen, zou nu VVD stemmen)

2 | PVV-kiezers relatief vaak ‘zeker’ van hun zaak

Kiezers nu

Gem.

PVV

CU

VVD

PvdA

Zeker (95-100%)

46%

57%

56%

49%

47%

Zeer waarschijnlijk (75-95%)

37%

33%

32%

39%

36%

Waarschijnlijk (50-75%)

13%

9%

9%

9%

13%

Kan nog alle kanten op (1-50%)

5%

1%

4%

3%

4%

Basis: kiezers met voorkeur voor een bepaalde partij (n=1088)

 

3 | D66, GroenLinks-kiezers ‘zweven’ het meest

Kiezers nu

Gem.

CDA

SP

D66

GL

Zeker (95-100%)

46%

47%

45%

30%

24%

Zeer waarschijnlijk (75-95%)

37%

33%

39%

40%

45%

Waarschijnlijk (50-75%)

13%

14%

11%

24%

19%

Kan nog alle kanten op (1-50%)

5%

6%

5%

6%

12%

Basis: kiezers met voorkeur voor een bepaalde partij (n=1088)


PvdA en GroenLinks verliezen kwart kiezers juni 2010 aan SP

Van de ‘grote’ partijen (tien Kamerzetels of meer) slaagt de SP er momenteel het beste in om de kiezers uit 2010 te behouden: zeven op de tien (69%) SP-stemmers uit 2010 zou opnieuw voor die partij kiezen, als er ‘vandaag verkiezingen zouden zijn’. Ook de VVD bindt ruimschoots meer dan de helft van haar kiezers uit 2010 aan zich (60%).

 

In vergelijking met 9 juni 2010 zou een fors deel van de PvdA-stemmers (25%) nu SP stemmen. Hetzelfde geldt overigens voor de GroenLinks-stemmers uit 2010 (25% zou nu SP stemmen). Ook PVV-kiezers lopen eerder over naar de SP dan naar de VVD (15% versus 7%).

 

D66 verliest een op haar tien kiezers (11%) aan de VVD, dat omgekeerd 6% van haar kiezers (in absolute zin een groter aantal!) aan D66 verliest. D66 verliest overigens ook 8% van haar kiezers aan de SP, maar wint op haar beurt 8% van de GroenLinks-kiezers, 6% van de PvdA-kiezers en 5% van de CDA-kiezers.

 

Tweede keuze: VVD vist in kleinere vijver dan SP, maar zit daar wel op eerste rij

Gevraagd naar de tweede voorkeur van de kiezer, scoren SP (13%), D66 (12%) en PvdA (11%) het beste. De VVD volgt met 9%, voor het CDA (7%), de PVV (6%), GroenLinks (5%) en 50 Plus (5%). Laatstgenoemde partij wordt overigens het meest overwogen door SP- en PVV-kiezers (in beide gevallen 8%).


De SP wordt door kiezers van diverse pluimage als tweede keuze overwogen: zo geeft 22% van de GroenLinks-kiezers, 21% van de PVV-kiezers, 14% van de D66-kiezers, 11% van de ChristenUnie-kiezers en zelfs 6% van de VVD-kiezers en 5% van de CDA-kiezers aan dat de SP de tweede voorkeur geniet. Maar verreweg het grootste potentieel ligt onveranderd bij PvdA-kiezers: bijna de helft (47%) van hen geeft de SP als tweede voorkeur op.
Omgekeerd geldt nog altijd dat een derde (31%) van de SP-kiezers – momenteel een groter aantal kiezers dan de 47% PvdA-kiezers die de SP overweegt - de PvdA als tweede voorkeur noemt. De PvdA is verder nog in beeld als tweede voorkeur bij GroenLinks-kiezers (18%) en D66-kiezers (15%).


De VVD vist in een kleinere vijver dan de SP, maar zit daar wel op de eerste rij. Een op de drie CDA-kiezers (32%) heeft de VVD als tweede voorkeur, terwijl dat voor een kwart (24%) van de D66-kiezers en 21% van de PVV-kiezers geldt.


PVV
-kiezers overwegen SP en VVD nu dus in gelijke mate als tweede keuze (21%), terwijl omgekeerd geldt dat 12% van de VVD-kiezers en 9% van de SP-kiezers de PVV als tweede voorkeur noemt. CDA- en PVV-kiezers lijken elkaar geheel uit te sluiten als tweede keuze.


D66
-kiezers overwegen, zoals gezegd, vooral de VVD, maar een aanzienlijk aandeel geeft als tweede keuze de voorkeur aan linkse partijen (GroenLinks: 15%, PvdA: 15%, SP: 14%). Omgekeerd is D66 de favoriete tweede keuze bij GroenLinks- en VVD-kiezers (respectievelijk 39% en 24%).  


CDA
-kiezers prefereren de VVD (32%) boven D66 (17%) en de ChristenUnie (16%) als tweede keuze. Omgekeerd zijn de christendemocraten na D66 de favoriete tweede keuze bij VVD-stemmers (22%). Kiezers van andere partijen nemen het CDA echter zelden als tweede keuze in overweging. Ook bij D66-kiezers is het CDA met 8% pas de op vijf na populairste tweede keuze.

 

Bij verspreiding of publicatie de bron TNS NIPO gebruiken.

Voor meer informatie:

 

Tim de Beer

TNS NIPO

t. 020 522 53 99/ 06 39 23 11 75

e. tim.de.beer@tns-nipo.com

 

Henk Foekema

TNS NIPO

t. 020 522 54 72 / 06 53 15 40 03

e. henk.foekema@tns-nipo.com

 

Onderzoeksverantwoording

Onderzoeksnummer: D0542. Onderzoeksmethode: TNS NIPObase CAWI.

Aantal respondenten: aan het onderzoek werkten 1.473 Nederlanders (18+) mee.

 

Veldwerkperiode: 22 t/m 24 juli 2012 12.00uur.

De steekproef is getrokken en gewogen op basis van de ideaalcijfers voor geslacht, leeftijd, opleiding, gezinsgrootte, regio, sociale klasse en politiek stemgedrag bij de verkiezingen voor de Tweede Kamer op 9 juni 2010.

 

We benadrukken dat we in deze zetelpeiling met steekproefmarges te maken hebben. Voor de grootste partijen (de SP, met 24,0 %) is dat 2,3%. Dit komt overeen met (ruim) drie zetels meer of minder. In theorie bestaat er een (kleine) kans dat de VVD (19,9% van de stemmen) momenteel groter is.

TNS NIPO werkt met een zogeheten rolling panel: respondenten van het ene onderzoek worden voor een kwart aangevuld door nieuwe respondenten. Het voordeel van deze methode is dat veranderingen over langere tijd gezien met een kleinere steekproefmarge dan hierboven geschetst te kampen hebben.