Op woensdag 2 maart gaat Nederland opnieuw naar de stembus, dit
keer om de samenstelling van de Provinciale Staten te bepalen. En, zo
beseft inmiddels tweederde van de Nederlanders, om indirect de Eerste
Kamer te kiezen. De coalitiepartners - met name de PVV - slagen er nog
onvoldoende in hun eigen achterban te mobiliseren, waardoor een rechtse
meerderheid in de Eerste Kamer voorlopig buiten bereik blijft. Dit alles
blijkt uit een onderzoek onder kiesgerechtigden, uitgevoerd door TNS
NIPO in opdracht van Binnenlands Bestuur.
Op dit moment, een krappe maand voor de verkiezingen, zegt 47 procent
van de Nederlanders ‘zeker wel’ te gaan stemmen. Mocht dit
de opkomst worden, dan wijkt deze niet sterk af van vorige Provinciale
Staten-verkiezingen (de afgelopen paar keer lag de opkomst tussen de
45% en 50%). Inmiddels is driekwart van de Nederlanders er van op de
hoogte dat de Provinciale Staten-verkiezingen er aan zitten te komen.
Twee op de drie Nederlanders (66%) weten dat deze verkiezingen indirect
ook de samenstelling van de Eerste Kamer bepalen.
Rechtse meerderheid of niet? Het wordt spannend!
Het lijkt er om te gaan spannen of de coalitiepartijen een meerderheid
gaan halen of niet. Momenteel geeft omgerekend minder dan de helft van
de Nederlanders aan VVD (19%), PVV (16%) of CDA (14%) te gaan stemmen.
De PvdA krijgt van 16 procent de voorkeur, de SP van 11 procent, D66
staat op 7 procent en GroenLinks op 6 procent. De ouderenpartij 50 Plus
kan omgerekend op 2 procent van de stemmen rekenen.
Er ligt nog veel open. Zo geeft een op de acht kiezers aan nog niet
te weten op welke partij hij/ zij gaat stemmen. Wel kunnen we ten
opzichte van een maand geleden enkele trends noteren: GroenLinks en de
VVD verliezen terrein, met name de SP en het CDA profiteren. Toentertijd
gaf 75 procent van de GroenLinks-kiezers op 9 juni 2010 aan opnieuw op
deze partij te gaan stemmen, nu geldt dat voor slechts 47 procent.
Links beter gemobiliseerd, mobilisatie achterban voor VVD en PVV cruciaal
Op dit moment is de opkomstbereidwilligheid van de achterban van de
oppositiepartijen D66, PvdA en GroenLinks het best te noemen:
respectievelijk 69 procent, 68 procent en 66 procent zegt zeker te gaan
stemmen. De achterban van het CDA komt met 64 procent zekere stemmers
nog enigszins in de buurt, maar de achterban van de VVD (55%) en vooral
de PVV (40%) blijft daar ver bij achter. Bovendien is het aandeel
PVV-stemmers dat weet dat er in maart Provinciale Staten-verkiezingen
worden gehouden voorlopig nog relatief laag (66%). De bekendheid met de
verkiezingen en de opkomstintentie geven op 2 maart aanstaande wellicht
de doorslag. Met andere woorden: voor de coalitie zal veel afhangen van
de mate waarin de VVD en met name de PVV er de komende drie weken in
zullen slagen hun achterban op 2 maart naar de stembus te krijgen.
Rekenen we alleen de ‘zekere stemmers’ in de peiling mee,
degenen die aangeven zeker wel te gaan stemmen, dan is de situatie nog
duidelijker in het nadeel van de coalitiepartijen. Gezamenlijk halen ze
44 procent van de stemmen, terwijl de PvdA (18,7%) de VVD (18,8%) nagenoeg
achterhaalt.
1 | |
Gat VVD met PvdA en PVV neemt af, herstel CDA en SP, duikeling GroenLinks |
|
5 januari 2011, alle stemmers (n=738) |
7 februari 2011, alle stemmers (n=1.413) |
7 februari 2011, zekere stemmers op partij (n=875) |
|
% |
% |
% |
VVD |
21,2 |
19,0 |
18,8 |
PvdA |
16,1 |
16,4 |
18,7 |
PVV |
16,4 |
15,7 |
11,4 |
CDA |
11,7 |
13,6 |
13,7 |
SP |
8,3 |
10,7 |
10,8 |
D66 |
7,8 |
7,4 |
9,1 |
GroenLinks |
7,8 |
5,5 |
7,2 |
ChristenUnie |
3,4 |
3,5 |
4,0 |
50 Plus |
* |
2,0 |
1,9 |
SGP |
1,6 |
1,7 |
2,1 |
PvdD |
1,0 |
0,7 |
0,3 |
Provinciale partij |
2,2 |
2,4 |
1,1 |
Andere partij |
0,6 |
1,4 |
1,1 |
* nog niet opgenomen
|
Stand van zaken per provincie
Ook in de provincies zelf wordt het spannend. De VVD lijkt de beste
papieren te hebben in Utrecht, Gelderland, Noord-Holland en Flevoland,
de PvdA leidt in Drenthe en Groningen, het CDA in Overijssel, Zeeland en
Noord-Brabant en de PVV in Limburg. In Zuid-Holland en Friesland liggen
de partijen nu nog (of nu al!) te dicht bij elkaar om een favoriet aan
te kunnen wijzen.
Op vrijdag 18 februari zal in Binnenlands Bestuur een uitgebreide
versie van dit onderzoek verschijnen. Er zal onder meer ook worden
ingegaan op de bekendheid van de commissaris van de Koningin en
Gedeputeerde Staten in alle provincies, de fusiebereidheid van
Nederlanders met betrekking tot hun provincie, en het draagvlak voor de
provincie als bestuurlijk orgaan.
F9952 | TNS NIPObase CAWI | Het onderzoek is uitgevoerd in
opdracht van Binnenlands Bestuur. Het veldwerk vond plaats van 1 t/m 6
februari 2011. Daarbij werden in totaal 2.030 personen van 18 jaar en
ouder ondervraagd (n=2.030).
De steekproef is getrokken op basis van de ideaalcijfers per provincie
voor geslacht, leeftijd, opleiding, gezinsgrootte en politiek stemgedrag
bij de verkiezingen voor de Tweede Kamer op 9 juni 2010.
De resultaten zijn herwogen op geslacht, leeftijd, opleiding,
gezinsgrootte, politiek stemgedrag bij de verkiezingen voor de Tweede
Kamer op 9 juni 2010 per provincie, en provinciegrootte.
Bij publicatie of verspreiding de bron TNS NIPO vermelden. Voor
eventuele vragen kunt u contact opnemen met Peter Kanne (tel: 020 522 5924) of
Tim de Beer (tel: 020 522 5399).