Meerderheid coalitie in Eerste Kamer ongewis

Gepubliceerd: 11-02-2011

Op woensdag 2 maart gaat Nederland opnieuw naar de stembus, dit keer om de samenstelling van de Provinciale Staten te bepalen. En, zo beseft inmiddels tweederde van de Nederlanders, om indirect de Eerste Kamer te kiezen. De coalitiepartners - met name de PVV - slagen er nog onvoldoende in hun eigen achterban te mobiliseren, waardoor een rechtse meerderheid in de Eerste Kamer voorlopig buiten bereik blijft. Dit alles blijkt uit een onderzoek onder kiesgerechtigden, uitgevoerd door TNS NIPO in opdracht van Binnenlands Bestuur.

Op dit moment, een krappe maand voor de verkiezingen, zegt 47 procent van de Nederlanders ‘zeker wel’ te gaan stemmen. Mocht dit de opkomst worden, dan wijkt deze niet sterk af van vorige Provinciale Staten-verkiezingen (de afgelopen paar keer lag de opkomst tussen de 45% en 50%). Inmiddels is driekwart van de Nederlanders er van op de hoogte dat de Provinciale Staten-verkiezingen er aan zitten te komen. Twee op de drie Nederlanders (66%) weten dat deze verkiezingen indirect ook de samenstelling van de Eerste Kamer bepalen.

Rechtse meerderheid of niet? Het wordt spannend!
Het lijkt er om te gaan spannen of de coalitiepartijen een meerderheid gaan halen of niet. Momenteel geeft omgerekend minder dan de helft van de Nederlanders aan VVD (19%), PVV (16%) of CDA (14%) te gaan stemmen. De PvdA krijgt van 16 procent de voorkeur, de SP van 11 procent, D66 staat op 7 procent en GroenLinks op 6 procent. De ouderenpartij 50 Plus kan omgerekend op 2 procent van de stemmen rekenen.

Er ligt nog veel open. Zo geeft een op de acht kiezers aan nog niet te weten op welke partij hij/ zij gaat stemmen. Wel kunnen we ten opzichte van een maand geleden enkele trends noteren: GroenLinks en de VVD verliezen terrein, met name de SP en het CDA profiteren. Toentertijd gaf 75 procent van de GroenLinks-kiezers op 9 juni 2010 aan opnieuw op deze partij te gaan stemmen, nu geldt dat voor slechts 47 procent.

Links beter gemobiliseerd, mobilisatie achterban voor VVD en PVV cruciaal
Op dit moment is de opkomstbereidwilligheid van de achterban van de oppositiepartijen D66, PvdA en GroenLinks het best te noemen: respectievelijk 69 procent, 68 procent en 66 procent zegt zeker te gaan stemmen. De achterban van het CDA komt met 64 procent zekere stemmers nog enigszins in de buurt, maar de achterban van de VVD (55%) en vooral de PVV (40%) blijft daar ver bij achter. Bovendien is het aandeel PVV-stemmers dat weet dat er in maart Provinciale Staten-verkiezingen worden gehouden voorlopig nog relatief laag (66%). De bekendheid met de verkiezingen en de opkomstintentie geven op 2 maart aanstaande wellicht de doorslag. Met andere woorden: voor de coalitie zal veel afhangen van de mate waarin de VVD en met name de PVV er de komende drie weken in zullen slagen hun achterban op 2 maart naar de stembus te krijgen.

Rekenen we alleen de ‘zekere stemmers’ in de peiling mee, degenen die aangeven zeker wel te gaan stemmen, dan is de situatie nog duidelijker in het nadeel van de coalitiepartijen. Gezamenlijk halen ze 44 procent van de stemmen, terwijl de PvdA (18,7%) de VVD (18,8%) nagenoeg achterhaalt.


1 | Gat VVD met PvdA en PVV neemt af, herstel CDA en SP, duikeling GroenLinks

  5 januari 2011, alle stemmers (n=738) 7 februari 2011, alle stemmers (n=1.413) 7 februari 2011, zekere stemmers op partij (n=875)
  % % %
VVD 21,2 19,0 18,8
PvdA 16,1 16,4 18,7
PVV 16,4 15,7 11,4
CDA 11,7 13,6 13,7
SP 8,3 10,7 10,8
D66 7,8 7,4 9,1
GroenLinks 7,8 5,5 7,2
ChristenUnie 3,4 3,5 4,0
50 Plus * 2,0 1,9
SGP 1,6 1,7 2,1
PvdD 1,0 0,7 0,3
Provinciale partij 2,2 2,4 1,1
Andere partij 0,6 1,4 1,1
* nog niet opgenomen


Stand van zaken per provincie
Ook in de provincies zelf wordt het spannend. De VVD lijkt de beste papieren te hebben in Utrecht, Gelderland, Noord-Holland en Flevoland, de PvdA leidt in Drenthe en Groningen, het CDA in Overijssel, Zeeland en Noord-Brabant en de PVV in Limburg. In Zuid-Holland en Friesland liggen de partijen nu nog (of nu al!) te dicht bij elkaar om een favoriet aan te kunnen wijzen.

Op vrijdag 18 februari zal in Binnenlands Bestuur een uitgebreide versie van dit onderzoek verschijnen. Er zal onder meer ook worden ingegaan op de bekendheid van de commissaris van de Koningin en Gedeputeerde Staten in alle provincies, de fusiebereidheid van Nederlanders met betrekking tot hun provincie, en het draagvlak voor de provincie als bestuurlijk orgaan.

F9952 | TNS NIPObase CAWI | Het onderzoek is uitgevoerd in opdracht van Binnenlands Bestuur. Het veldwerk vond plaats van 1 t/m 6 februari 2011. Daarbij werden in totaal 2.030 personen van 18 jaar en ouder ondervraagd (n=2.030).
De steekproef is getrokken op basis van de ideaalcijfers per provincie voor geslacht, leeftijd, opleiding, gezinsgrootte en politiek stemgedrag bij de verkiezingen voor de Tweede Kamer op 9 juni 2010.
De resultaten zijn herwogen op geslacht, leeftijd, opleiding, gezinsgrootte, politiek stemgedrag bij de verkiezingen voor de Tweede Kamer op 9 juni 2010 per provincie, en provinciegrootte.

Bij publicatie of verspreiding de bron TNS NIPO vermelden. Voor eventuele vragen kunt u contact opnemen met Peter Kanne (tel: 020 522 5924) of Tim de Beer (tel: 020 522 5399).